Wielen

Fietswielen van verschillende afmetingen

Het wiel beïnvloedt het rijden het meest. De wielen hebben grote invloed op de vaak gewenste gewichtsbeparing. De stevigheid van het wiel heeft grote invloed op het al of niet rustig rijden en op het rijplezier.
Bij alle modellen tref je tegenwoordig standaardwielen aan, waarbij alle ondferdelen, zoals naaf, spaken, nippels en velgen, van één producent zijn en op elkaar zijn afgestemd. Maar je vindt nog steeds de traditioneel gespaakte wielen en wielen die op de persoonlijke smaak zijn samengesteld.

Afhankelijk van welke tak van de wielersport, tref je verschillende maten en afmetingen aan.

Overzicht mountainbike(MTB)wielen

Bij MTB's worden hoofdzakelijk 29 & 27,5“ wielen gebruikt. De voorheen meest gebruikte maat van 26“ komt steeds minder voor, vooral bij downhill/freeride(DH/FR) bikes en fatbikes.
Bij een wielwissel gaat het niet alleen om de wielmaat, maar ook om de naafbreedte en de asdikte. Op dit terrein is de laatste tijd het een en ander veranderd.
Van belang is ook de aandrijving. Wie bijvoorbeeld met een 8/9/10-speed Shimano of SRAM wil rijden, heeft genoeg aan de „normale“ vrijloop. Ook een 11-speed Shimano is met een normale vrijloop mogelijk. Wanneer je kiest voor een 11-speed SRAM heb je een XD-vrijloop nodig waarmee je dan ook de nieuwe E 13 10/11-speed cassette kan gebruiken. Er zijn dus veel zaken waar je op moet letten!

De wielkeuze wordt ook beïnvloedt door het soort rem. Velgremmen of schijfremmen maken een verschil. Schijfremmen zijn zeer algemeen bij MTB's. Hier moet je opletten op de passende opname voor de remschijf, namelijk 6-gaats of CenterLock. Naar gelang de gewenste bandbreedte zijn ook brede en stabiele velgen van toepassing. Bij een koersfiets valt de velg bijzonder smal uit. Velgen van downhillers daarentegen, zijn niet alleen breder, maar zijn vooral zeer stabiel.

• 26-inch wielen voor schijfremmen
• 27,5(650B)-inch wielen voor schijfremmen
• 29-inch wielen voor schijfremmen
• Wielen voor velgremmen
• Snelspanners en steekassen MTB

Overzicht racefietswielen

Racefiets- en triathlonwielen zijn meestal 28-inchers. Af en toe tref je nog dames- en tienerfietsen aan met 26-inch wielen. Bij de triathlonfietsen is de 26-incher bijna uitgestorven. Wat betreft de vrijloop moeten wegrenners met een Campagnolo aandrijving rekening houden met een speciale vrijloop. Net als bij MTB's komen hydraulische schijfremmen bij koersfietsen er steeds meer in.
Heb je de keuze tussen een velgremwiel en een schijfremwiel gemaakt, kun je daarna kiezen tussen wielen voor tubular- of draadbanden.
Omdat voor de wegrenner gewicht en stijfheid van de wielen van levensbelang zijn, worden in de hogere prijsklassen lichte carbonwielen met aerodynamische vorm en messpaken aangeboden.

Trekkingwielen zijn nagenoeg allemaal 28-inchers. Zij hebben duidelijk bredere velgen als racefietsen. Afhandelijk van de hieraan verbonden kosten wordt ook nog gewerkt met velg- of schijfrem. Ook worden veel naafdynamo's aan het voorwiel toegepast.

• Racefietswielen voor draadbanden en schifremmen
• Racefietswielen voor tubulars en schijfremmen
• Racefietswielen voor draadbanden en velgremmen
• Racefietswielen voor tubulars en velgremmen
• Snelspanners voor racefietswielen

De wielen centreren, wat betekent dat?

Wielen moeten af en toe worden gecontroleerd. Daarbij gaat het niet alleen om slagen in het wiel op te merken en te verhelpen, maar ook om de spaakspanning. Wie de slagen uit het wiel haalt, ze opnieuw richt, centreert, en de spaakspanning op juiste hoogte brengt, bespaart hoge kosten van reparatie. De eerste controle is vrij simpel: Zet de fiets ondersteboven (als je geen fietshouder hebt). Vervolgens neem je twee naastliggende spaken tussen duim en wijsvinger en knijp ze zachtjes samen. Dat doe je met beide handen, vanaf het ventiel werkend, in de rondte. Als je verschil merkt in de spaakspanningen, dan is dat een goed teken. Ook kleine dwars- of hoogteslagen in het wiel betekenen niet zonder meer dat je een nieuwe velg nodig hebt. Vaak kun je met enige kennis en het juiste gereedschap zelf het wiel centreren. Maar je hebt wel wat oefening nodig. Dwars- of zijwaartse slagen zijn wat makkelijker te verhelpen dan hoogteslagen.
PS: Wie de spaakspanning precies wil vaststellen kan het beste een tensiometer aanschaffen.